Andersom Boordje

Andersom boordje

Bij gebrek aan een betere naam noem ik deze manier van het afwerken van een mouw het andersom boordje. Ik vind het altijd fijn om een beetje te kunnen variëren met hoe ik de randjes van een kledingstuk afwerk om zo steeds weer een ander uiterlijk te krijgen en dit andersom boordje leent zich daar uitstekend voor. Ik gebruik ze vaak bij de mouwtjes van wat wijdere blousjes, zoals een kimono

In deze tutotial leg ik je uit hoe je zo'n boordje aanpakt.

1. Meet het armsgat op en snijdt een boordje op maat (pas eventueel het Anti-Lubberende-Boorden-Beleid toe!) . Je hebt 2 x de gewenste hoogte nodig + 2cm naad. Voor dit boordje heb ik een strook van 8cm hoog gesneden: dan houdt ik dus een boordje van 3cm hoog over.

Maak je het boordje aan een Kimono-model? Lees dan onderaan even de extra tips!*

2. Stik de korte kanten op elkaar. Strijk open en vouw dubbel. Allemaal net als bij een gewoon boordje! :D

3. Nu moet je gaan opletten, want nu gaan we afwijken van het gewone boordje. Je legt het boordje namelijk tegen de achterkant van de stof. Stik vast.

4. Werk het zojuist gestikte naadje af met een lockmachine of de afwerksteek op je naaimachine. Heb je deze tutorial over Naden Afwerken weleens gelezen?

5. Vouw en strijk het naadje naar de goede kant van de stof

6. Nu mag je op de achterkant van de stof het naadje gaan doorstikken op het pand.

Waarom doorstikken? Zo zal dat naadje zich gedragen tijdens het dragen en zal het boordje er dus strak uit blijven zien (ook na het wassen!)

Waarom op de achterkant? Zo kun je zien of je niet per ongeluk de geul meestikt die nog tussen de twee stukken stof zit. Je kunt de twee delen ook horizontaal een beetje uit elkaar trekken tijdens het stikken, zodat je die twee laagjes echt glad op elkaar stikt.

7. Vouw het boordje naar de goede kant van het kledingstuk. Dat stiksel dat je bij stap 6 hebt gezet, zorgt ervoor dat je net een klein beetje boord ziet zitten aan de binnenkant (en dus niet een klein beetje binnenkant aan de buitenkant!)

8. Om te voorkomen dat je boordje steeds terugflapt, zet je het nog even vast. Dat kun je horizontaal of verticaal doen. (Of diagonaal? Doe eens gek.)

Ik gebruikt hier voor de bovenkant (dus op mijn bovenarm) een gedeelte van de knoopsgatensteek: dat is een mooie vette zigzag (lekker dicht op elkaar en niet te breed). Probeer maar eens wat uit! Onder de oksel heb ik een rechte steek gebruikt, met het naadje mee. Verdient niet per sé de schoonheidsprijs, maar omdat het onder de oksel is, doe ik niet zo mijn best. Wat ze zeggen over opvoeden geldt ook voor naaien: pick your battles ;-)

(Op de hoogte blijven van nog meer goeie tips? Schrijf je in voor de nieuwsbrief!)

* Maak je het boordje aan een Kimono-model? Omdat de zijnaad van zo'n kimono met een flauwe bocht overloopt in het armsgat, kan een gewoon rechthoekig boordje ervoor zorgen dat het een beetje gaat trekken onder je oksel. Het boordje wordt immers teruggevouwen naar een ruimere cirkel. Dan loont het de moeite om het uiteinde niet recht te snijden/knippen, maar met een dakje. Op die manier heeft de gevouwen rand (die richting je lijf is gevouwen) meer ruimte om glad te liggen.

In dit voorbeeld (van modal Tokio) heb ik het armsgat opgemeten en heb ik 2cm extra toegevoegd in de vorm van een dakje. Na het stikken knip je een hoekje van de naadwaarde af, strijk je de naadjes open en het hele boordje dubbel. Daarna volg je dezelfde stappen als hierboven beschreven.